Als het stroomaggregaat volgens de voorschriften wordt gestart en er toch geen spanning aan de stopcontacten aanwezig is, moet je de volgende maatregelen treffen en de volgende controles doorvoeren in deze volgorde:
alle verbruikers ontkoppelen of uittrekken, zodat het aggregaat zonder belastingen kan werken.
controleren of zekeringen operationeel zijn
het toerental van de aandrijfmotor controleren
Wordt er na deze controle nog steeds geen spanning gegenereerd, dan dienen de volgende controles door een erkend elektricien uitgevoerd te worden.
kabels en stekkers op beschadiging controleren
stopcontacten en zekeringen op defecten controleren
het opnieuw magnetiseren van de alternator d.m.v. een 12V batterij